Proefje 2
Proefje ||: Zuren en Basen
Inleiding
Achtergrondinformatie
Met dit proefje kun je testen hoe zuur een bepaalde stof is. We hebben een aantal stoffen bekeken.
Onderzoeksvraag (even een aantal beginvragen)
1. Wat kun je doen met een indicator?
Aantonen welke stof er in een bepaalde stof zit. Ook om aan te tonen of er iets in een bepaalde stof zit of niet.
2. Noem twee beroepen waarbij men moet bepalen of iets zuur is.
-
Chemicus/scheikundige
-
geochemicus
3. Leg uit waarom je niet tegelijkertijd met bleekmiddel en azijn de WC moet schoonmaken.
De stoffen neutraliseren elkaar en dan werkt het niet meer. Als je op internet zoekt staat er ook dat er giftige dampen kunnen ontstaan.
4. De grond kan zuur worden door zure regen. Leg uit waarom men dan soms kalk (basisch) strooit.
Dan word de grond weer neutraal.
gegevens
Namen:
Eva, Lisa, Priscilla & Sanne
Klas: G2A
Datum: onbekend
2010 - present
Materiaal en Methode
Materiaal
Het materiaal is ook te zien bij de resultaten, de eerste kolom én de eerste rij.
Methode
Eerst worden alle indicatoren neergelegd, en uiteindelijk wordt elke stof er één voor één opgelegd. Daarna wordt gekeken welke kleur de indicator is, en dit wordt opgeschreven
2010 - present
Resultaten en Conclusie
Beide zijn verwerkt in de volgende tabel:
